dinsdag 15 september 2020

.

.

.

DE  VERNIELZUCHTIGE

.

Het was oktober 1951.   We woonden met ons gezin in Roermond.   Ik had drie zussen en vier broers, die mij allemaal de Vernielzuchtige mochten noemen, omdat vader dat eens in een kwade bui had geroepen…  

Dat kwam zo:   Ik was bijna tien, en haalde altijd álles uit elkaar, schroefde álles open en demonteerde de koffiemolen en het strijkijzer, gewoon uit nieuwsgierigheid.   Ook sloot ik een fiets-dynamo aan op 220 Volt.  Daar kwam toen groene rook uit…   Een jonge onderzoeker…   Alleen was het soms, nee bijna altijd, nogal moeilijk om de spullen weer ín elkaar te zetten…   Zéker die wekker waarvan ineens de veren waren weggesprongen. Gaandeweg kreeg ik wél steeds meer inzicht in de mechanika van instrumenten en techniek.

Op die dag in oktober, aan het einde van de middag, was er plotseling paniek.   Moeder, die hoogzwanger was van zusje Dolores, zat opgesloten in de WC, omdat het draaislot ineens kapot was.   Iedereen probeerde van alles, en vader ging al bij de buren, want die hadden telefoon, de brandweer oproepen.    We dromden allemaal samen bij de WC-deur, maar wát mijn broers Manuel en Martin ook probeerden, de deur bleef dicht.      Opeens hoorden we moeder roepen:  “Waar is Henry, die kan het wel open krijgen…!”     Iedereen keek mij aan, en Temmy riep schamper:  “Henry, de vernielzuchtige, já hoor!”

Ik had intussen uit de gereedschapskist van Manuel een hamertje en een plamuurmes gepakt, legde mijn oor tegen het slot, en probeerde het iets te draaien.   “Stil.!” Riep ik.   Iedereen zweeg en keek gespannen toe.  Toen ik een zachte klik hoorde duwde ik het plamuurmes onder de rand van het slot en gaf met het hamertje een tikje tegen de zijkant…   “Draaien, moeder,” riep ik.   Ze deed het, en de deur ging open.

Verbaasd keken zussen en broers toe, waarna ze begonnen te juichen, en ze sloegen mij op de schouders.    Moeder omhelsde me.   Daar kwam vader al binnen.   “De brandweer komt er al aan.!” riep hij.   “Hoeft niet meer, vader,” zei Manuel, en hij vertelde hem hoe ik het slot open had gekregen.     Vader was ineens trots op mij, en omhelsde mij en moeder tegelijk.      

Vanaf die dag mocht niemand mij nog de vernielzuchtige noemen, en werd ik altijd er bij gehaald als er een technisch probleem was of zo.

Drie dagen later werd Dolores geboren.