zondag 22 augustus 2021

 

JONGETJE  TE  ELSWOUT

“Is het nog ver,” vroeg het jongetje van negen aan zijn moeder.  Verveeld liep hij op het Landgoed Elswout achter haar aan.  Tussen heuvels door, langs een beekje, over een bruggetje.  

Ze stonden stil nu.    “Er gebeurt hier niets, mam,” zeurde het jongetje verder, “alleen maar bomen en water en mos en struiken.”

“Er gebeurt hier níéts.?” vroeg zijn moeder, “dácht je dat?  Let maar eens op!”

Ze klapte drie keer in haar handen, en zie, daar sprongen vanachter de struiken twee kleine hertjes tevoorschijn, die met grote verbaasde ogen het jongetje aankeken.  Ze trippelden wat op en neer, draaiden precies gelijk drie maal in de rondte, linksom, rechtsom, dan wat danspasjes, linkerbeen, rechterbeen, steeds gelijk, en sprongen tezamen behendig over een beekje, waarna ze in het bos verdwenen.

Het jongetje had dit alles sprakeloos aanschouwd.  Maar het was nog niet klaar. Vanachter een boom kwam nu een konijn tevoorschijn.  Het vrolijke dier maakte een koprol, ging op een bankje zitten en wenkte het jongetje.  “Toe maar, ga er maar even bij zitten,” moedigde zijn moeder hem aan.

Hij ging naast het konijn zitten en raakte de zachte vacht voorzichtig aan.  En zie, langzaam werd het jongetje lichter en lichter, tot hij los kwam van het bankje, en opsteeg, tussen de bomen door, de blauwe lucht in.

Niemand heeft hem ooit nog teruggezien.