.
ALPE D’HUEZ
Eindelijk gaat het gebeuren! De Alpe
d’Huez. Die ‘Nederlandse berg’ van de Tour de France, ga ik vandaag beklimmen!
Ik ben 71 en helemaal geen wielrenner. Ik kom, in het kleinste verzet, met
moeite de Keuterberg in Limburg op. Maar het is gewoon de uitdaging die ik mezelf
opleg. Iets bijzonders doen.
Het is een mooie dag, volop zon al, half
mei, acht uur in de morgen. Er staat geen wind. Auto geparkeerd. Fiets er uit. Het
is een gewone stadsfiets met wat versnellingen, waaronder een heel lage: één
keer rondtrappen: 167 centimeter vooruit. Korte broek aan. T-shirtje. Geen merken of teksten. Gewoon simpel fietsen. Water in de flessen. Bananen
mee. Karren maar.
De helling is gemiddeld 8½ procent, niet
mis dus. Ik schakel terug naar de laagste versnelling en dan valt het eigenlijk
best mee. Ik kom weliswaar haast niet vooruit, maar ik kan het zo wel een paar uur volhouden, lijkt
me. Ik ben niet de enige op de berg. Regelmatig word ik ingehaald door de
betere coureurs. Een meisje van een jaar of elf, in flitsende wielerkleding op
een echte racefiets, passeert me alsof ik stil sta. Ze kijkt me even aan, en
lacht. Licht spottend? Ik maak mezelf wijs dat ik haar al gauw weer voorbij zal
gaan.
Er zitten 21 haarspeldbochten in deze weg
en dat 13½ kilometer lang. Een rechterbocht moet ik heel ruim, over de
linkerheft van de weg, nemen anders kom ik stil te staan. Ik maak 60 omwentelingen
per minuut. Na ruim 3 kwartier ben ik op de helft.
Heel vroeger, 12 was ik, deden we óók aan
wielrennen. Met m’n broer en wat vriendjes. We hadden fietsen met een mooie
koplamp, een extra schijnwerper, twee dynamo’s, zijspiegels, en trommelremmen.
Geen versnellingen. Alleen maar een heel groot verzet. 44 Tanden vóór, en 12
tandjes achter… We kwamen haast niet op gang. Na vijfhonderd meter was ik dan
volkomen buiten adem. Dat komt allemaal omdat ik in een heel strenge winter,
januari 1942, ben geboren. Dat werkt tóch door… Nooit heb ik zo’n wedstrijdje
gewonnen. Wel één keer tweede.
De Alpe d’Huez geeft zich nog niet gewonnen.
Omdat ik steeds hoger kom is de lucht dunner, minder zuurstof. Steeds vaker
word ik nu gepasseerd, maar opgeven, daar denk ik nog niet aan. Vaak zie ik
renners, die mij inhalen en voorbijvliegen, smalend lachen. Opa’s laatste
stunt… Had ik niet veel beter op de camping kunnen blijven? Lekker met mijn verloofde
een bakkie drinken en een boekje lezen in een luie stoel?
Bijna twee uren ben ik nu onderweg. De
laatste kilometer. Een 11 % steile helling is het hier. Nog even doorzetten.
Hé, wat is dat? Zie ik het goed? Naast me fietst ineens Fausto Coppi. FAUSTO COPPI.! Il grande Campione Italiano.! Hij houdt
in, past zijn tempo wat aan en vraagt me of het goed gaat. Mijn vroegere cursus
Italiaans komt nu goed van pas. Hij zegt dat hij het prachtig vindt dat er nu
eens iemand de berg op fietst die géén haast heeft, níets wil presteren, maar
slechts boven wil komen. Hij stelt voor om op de top samen een biertje te
nemen, en wat te praten. Half buiten adem neem ik zijn aanbod aan. Hij fietst alvast
vooruit.
Na een moeilijk kwartier ben ik boven. Van
680 naar 1850 meter hoogte. 2 Uren, 13 minuten en 11 sekonden. Fausto
Coppi deed het eerder in 45 minuten en 22 sekonden.
Daar zit hij al op een terrasje op me te
wachten. Hij schudt hartelijk mijn hand. Twee grote koele gele rakkers staan op
tafel. Uitgeput ga ik zitten. We heffen het glas. Al gauw zitten we lekker te
kletsen. Overal zie ik jaloerse blikken. Een groepje Nederlanders, waaronder
Mart Smeets en Tim Krabbé wil aanschuiven, maar Fausto wijst ze af. “Nee, nu
even niet.”
Ruim een half uur babbelen we door. De
kampioen nodigt me uit om een week te komen logeren in zijn villa in
Castellania. We trekken onze agenda’s. Ik maak nog een paar foto’s van ons
samen en neem hartelijk afscheid van Fausto. Daar fietst hij al weer naar
beneden. Wát een kuiten. Had ik maar één zo’n been…
Na nog een kwartiertje rust sta ik op,
check mijn remblokjes en ga terug omlaag. Heerlijk, bijna vlíegen. In de
bochten komt de rook van mijn remmen, maar ze houden het, en na 14 minuten sta
ik weer naast mijn auto.
Volgend jaar misschien Mont Ventoux?
HK
.