donderdag 29 juli 2010


.
.
.
.



GODFRIED  BOMANS.  MAART  1965



"Goedenavond, Marie Louise," zei Godfried Bomans tegen de oppas, Marlou Witzel, toen hij samen met Pietsie, zijn vrouw, thuis kwam, "is onze Eva nog lastig geweest, of is ze meteen gaan slapen?"    "Ik heb voor haar wat op de piano gespeeld, en daarna hebben we sámen nog wat geoefend..."   

"Zo, dus u speelt ook al piano, wat bent u toch veelzijdig,” zei de schrijver, "wat speelde u zoal?"   "De nocturne van Chopin, nummer 19, Opus 72."   "Nee, maar, dat is mijn lievelingsstuk...!; zoudt u dit nu nog eens, voor Pietsie en mij willen spelen? Dan doen we even de deur dicht om Eva niet te wekken."   "Ik kan het proberen," zei Marlou enigszins schuchter.



Ze ging, wat onzeker, zitten, en begon te spelen.   Gaandeweg kreeg ze meer zelfvertrouwen; de tonen vloeiden vanonder haar vaardige vingers de kleine kamer binnen.   Godfried en zijn vrouw hielden elkaar omarmd en luisterden ontroerd. De schrijver steunde met één hand op de piano en tikte zacht met de muziek mee.

Bijna vijf minuten duurde het stuk, en na afloop bleef het even volkomen stil. Toen greep Godfried de hand van Marlou, en zei met schorre stem:  "Dank u, dank u, dit is een van de mooiste momenten in mijn leven..."

Marlou reed op haar oude fiets naar huis.   Het regende, maar dat merkte ze thuis pas, toen ze haar natte jas aan de kapstok hing.


HK